In de raadsvergadering van 27 januari 2020 zijn twee moties over ’toegankelijkheid’ aan de orde geweest. Daarnaast stonden er vooral hamerstukken op de agenda. Deze voorstellen waren in de raadscommissie al voldoende besproken.

De moties gaan over de toepassing van het VN-verdrag Handicap en het recht op toegankelijkheid voor iedereen van de openbare ruimte, alle gebouwen, horeca, hotels scholen enz. Ze verzoeken om een notitie knelpunten toegankelijke centrumkernen van Weststellingwerf op te stellen voor 2 juni 2020 en om aan raadsvoorstellen de paragraaf ‘Toegankelijkheid’ toe te voegen en overwegingen m.b.t. toegankelijkheid op te nemen, waar men dat nodig acht.

De Weststellingwerfse VVD heeft tegen beide moties gestemd, omdat ze beide feitelijk overbodig zijn. In de raad vroeg VVD-raadslid Edwin Bathoorn aan de indieners waar concreet het probleem ligt, of onze gemeente het slecht doet op dit punt en waaruit dat zou blijken. Indieners konden bij beide moties op geen enkele wijze concreet aangegeven waar het op dit moment niet goed gaat binnen de gemeente en waarom deze moties dan nodig zouden zijn.

Dat de indieners dat niet concreet konden benoemen is voor de VVD logisch. Bathoorn: “Binnen onze gemeente is namelijk volop aandacht voor gelijkwaardigheid van alle inwoners, dus ook inwoners met een lichamelijke en verstandelijke beperking. Specifiek beleid is hiervoor al opgesteld en daar handelt de gemeente ook naar. Dat bevestigt ook het onderzoek van de Rekenkamercommissie hiernaar. Onze gemeente staat op plek 5 van de 43 onderzochte gemeenten over de toepassing van het bewuste VN-verdrag. De gemeente is goed bezig op dit terrein en dat vertrouwen wil de VVD graag uitstralen naar de medewerkers van de gemeente. De moties zijn daarmee overbodig.”

Desondanks werd de motie over ‘het toevoegen van een paragraaf toegankelijkheid aan raadsvoorstellen’ met een kleine meerderheid aangenomen.